Een dijbeenhalsbreuk, collumfractuur of een gebroken heup is een botbreuk in het voorste gedeelte van het dijbeen. De dijbeenhals (collum) vormt een verbinding tussen de heupkop (femurkop) en het dijbeen (femur). Een gebroken heup ontstaat meestal na een val en kan voorkomen bij mensen van alle leeftijden. Echter, doordat de botten van oudere mensen minder sterk zijn en doordat ze vaak minder goed ter been zijn, overkomt het meestal mensen van 65 jaar en ouder.
Symptomen die kunnen wijzen op een collumfractuur zijn:
Als er mogelijk sprake is van een breuk worden röntgenfoto's gemaakt. Op basis van de foto's wordt de breuk geclassificeerd. Deze classificatie vindt plaats aan de hand van de plaats en de ernst van de fractuur. Er zijn twee belangrijke classificaties die tevens gevolgen kunnen hebben voor de behandeling en therapie:
Garden classificatie
Pauwels classificatie
Hierbij wordt er gekeken naar de hoek van de fractuurlijn.
Avasculaire kopnecrose
Met name bij breuken waarbij er sprake is van verplaatsing kan ischemie (tekort aan bloedtoevoer) voorkomen. Als de bloedvoorziening van de heup tekortschiet kan het bot zicht niet herstellen en sterft het bot af. Dit wordt avasculaire kopnecrose genoemd.
Bij de behandelkeuze spelen factoren als de stand van fractuur, de botkwaliteit, de algehele conditie van de patiënt en de leeftijd van de patiënt een rol.
Conservatieve behandeling
Voor een conservatieve behandeling kan worden gekozen wanneer er geen sprake is van verplaatsing van het bot. Wanneer de breuk stabiel blijft kan deze zonder operatie genezen.
Operatieve behandeling
Voor een stabiele fixatie en snelle mobilisatie zal in de meeste gevallen een operatieve behandeling volgen. De vraag die bij elke patiënt speelt is of de heupkop behouden danwel vervangen moet worden.
Er zijn drie behandelopties: